Uniconazol is een triazoolplantengroeiregulator die voornamelijk werkt door de gibberellinesynthese in planten te remmen.
1. Uniconazol remt niet alleen de stengelverlenging, wat resulteert in compacte planten met donkergroene bladeren, maar verbetert ook de wortelvitaliteit, waardoor de weerstand van het gewas tegen droogte, kou en ongedierte wordt verbeterd.
2. Bevordert kieming: Uniconazol kan de kieming van zaden bevorderen door weken. Bij de rijstteelt kan het weken van zaden in een 20-50 mg/l Uniconazol-oplossing gedurende 24-48 uur bijvoorbeeld het uitlopen bevorderen, de plant kleiner maken en zo de opbrengst verhogen. Bovendien kan Uniconazol de laterale knopuitloop bevorderen, waardoor de plant compacter wordt.
3. Bevordert de wortelontwikkeling: Door de gibberellinesynthese te remmen, verbetert Uniconazol de wortelvitaliteit en bevordert de wortelontwikkeling. Het werkingsmechanisme is vergelijkbaar met dat van paclobutrazol; het is een remmer van de biosynthese van gibberelline. De belangrijkste fysiologische effecten zijn onder meer het remmen van celverlenging, het verkorten van de internodiën, het bevorderen van het uitlopen, het remmen van de planthoogte, het veranderen van de distributierichting van fotosyntheseproducten en het bevorderen van bloemknopdifferentiatie en fruitgroei. Uniconazol kan worden opgenomen via zaden, wortels, knoppen en bladeren en kan tussen organen worden getransporteerd.